Het is bijna zomer en op school lijken ze nu al niets meer te doen; er worden nog wat uitstapjes voor een week ‘wandelen in de bergen’ gepland want ook dit jaar gaat het eindejaar spektakel niet door. De reden is de constante Vigipirate status waarin Frankrijk verkeert; de terreurdreiging waardoor grote samenscholingen verboden zijn tenzij er extra veel politie en bewaking bij is. Dus geen schoolfeest op het speelplein met lange tafels vol met ouders, flessen wijn en gegrild vlees terwijl de kinderen drie uur lang om beurten vals mogen zingen en uit de maat dansen op het provisorische buitentoneel. Dat is voorbij omdat er misschien wel een verdwaalde werkloze moslim die net terug is van vakantie in Syrië met een explosief rugzakje langs kan komen. En dus zijn op alle scholen alle voorstellingen verboden.
Gelukkig voor de kinderen zijn er wel kleinere voorstellingen, zoals in de lokale bioscoop die al voorzien is van bewaking. In het weekend was er al een ‘kuntrie-hip-hop’ dans voorstelling in het park (zonder bewaking dus dat snap ik niet) en vanavond worden we weer verwacht voor nôg een kuntrie-hip-hop voorstelling. De eindejaar feestavond is op zich al best een lange zit, maar nu worden we verplicht om het hele feestprogramma op meerdere locaties te bekijken en op meerdere vrije avonden. We stromen niet over van enthousiasme, maar Fé vindt het allemaal geweldig spannend dus wij veinzen enthousiasme. Het spektakel vult mij ieder jaar weer met plaatsvervangende schaamte als ik de juffrouw/animatrice die echt 50 kilo te zwaar is zelf steeds het toneel zie opgaan om te dansen met die kleine kinderen. Ze eist alle aandacht op, praat veel te hard in de microfoon en zet zelf de muziek zo voluit dat je vullingen bijna uit je mond springen. Maar goed, je doet het voor je kind en die animatrice is zelf ook een beetje sneu, en ze doet het helemaal alleen, dus we gaan maar weer. Jo en ik spreken af in het dorp rond 19.00 uur, om op het pleintje alvast een biertje te drinken. Ik ben er iets eerder dan Jo die van een afspraak komt. “U heeft hier lekkere pizza’s zag ik vorige keer”, die lust ik wel bij een biertje,” zeg ik amicaal tegen de ober terwijl ik een stoel pak. De ober kijkt mij met zo’n typische verveelde blik aan en zegt: “Oh, maar de keuken is dicht. We doen alleen pizza’s tussen 12 en 15,” en loopt weer weg.
Een beetje verbouwereerd dat mijn pizza en biertje plan al zo snel in duigen valt, denk ik even na wat nu te doen. Gelukkig komt Jo er aan en we besluiten om een andere tent op te zoeken. Bij de markt is alles gek genoeg dicht en nu snappen we het; het is de avond voor Hemelvaart en in plaats van dat mensen de straat op gaan, gooit de horeca alles op slot. De volgende dag is een verplichte vrije donderdag en dat feestje kan je blijkbaar niet vroeg genoeg vieren. Toch is er nog een tentje open dat als Brasserie Bar-Café door het leven gaat. We kijken hoopvol naar de lijst met pizza’s aan de muur en vragen voorzichtig of ze pizza’s hebben. Dat lijkt naar de bekende weg vragen, maar het blijkt helemaal geen gekke vraag; er worden geen pizza’s geserveerd. Zonder verdere uitleg. Ok. De tijd loopt door en over 45 minuten begint de Kuntrie-Hip-Hop dansvoorstelling en niets is lulliger als je kind de ouders niet in de zaal ziet zitten zoals je dat vaak genoeg in zielige films ziet.
“Heeft u wel iets te eten bij een biertje, zoals wat kaasjes of worst. Of misschien bitterballen?” probeer ik de moed er in te houden met een grap want bitterballen zijn nergens te koop. “Jaja, ik heb wel wat” mompelt de uitbater en loopt weer weg. Na tien minuten komt hij terug en vraagt ‘wat zal het zijn?’ alsof hij ons voor de eerste keer ziet. Gelukkig hebben we hier een olifantenhuid opgebouwd als het gaat om gebrekkige service dus we herhalen onze wens voor twee biertjes en wat lekkere tapas, zoals kaasjes en wat ham. ‘Maakt u er maar een feestje van’ zeg ik bemoedigend tegen de man die er uit ziet alsof hij helemaal niet van feestjes houdt. We kijken wat om ons heen en ik zie op tien meter afstand, bij de ingang van de Brasserie wel twintig champagne glazen staan. ‘Volgens mij heeft hij zelf een feestje hier’ fluister ik naar Jo en we besluiten in de observatie stand te gaan zitten. We zien mensen zoenen met de eigenaar en het blad met de champagneglazen wordt aangevuld met nog meer lege glazen.
Dan wordt ons bier gebracht. Met gevoel voor drama zet de ober een hippe zwarte stoeptegel op onze tafel met daarop onze hapjes: 2 klontjes kaas, 3 friemeltjes rauwe ham, 4 soepstengels en 3 radijsjes. “Goh, wat lekker, dankuwel” zeggen we braaf en moeten elkaar lachend aankijken. ‘Die bitterballen gaan we wel een keer op Schiphol eten’ zegt Jo terwijl ze een stukje rauwe ham in haar mond stopt. ‘Dit is nu even ons avondeten, dus eet smakelijk!’ Ik neem een hap van mijn radijs en spuug deze meteen uit. Hij is verrot van binnen met zo’n mooi bruin kleddertje. Ik spoel de bruine smurrie snel weg met het bier en besluit het dan maar bij de soepstengels te houden. Dit soort avondjes is wel goed voor de lijn natuurlijk. Na 15 minuten staan we op en loop ik naar de entree en de kassa die bij de bar staat. Vanuit mijn ooghoek zie ik naast de bar hoge tafels staan met daarop de lekkernijen uitgestald die wij ook wel hadden gelust. Blokjes paté, cherry tomaatjes, verse brie, prachtige rauwe ham, roquefort kaas en nog veel meer. Ik vraag of hij een feestje geeft. ‘Ja, het is mijn verjaardag’ zegt hij schouderophalend alsof het hem niets doet.
Ik overweeg een cynische opmerking te maken over de magere tapas, gastvrijheid en de welgedekte eigen tafel, maar ik besluit mijn mond te houden. Verstand komt met de jaren, ziet u. Ik stop het wisselgeld in mijn portemonnee, wens de man een fijne avond en ik draai mij om. En dan gebeurt het. Is het karma? Had ik wel iets moeten zeggen? Ik dacht in ieder geval echt dat ik verder weg stond van die tafels, maar blijkbaar is het bier iets te goed gevallen. Mijn volle 100 kilo loopt tegen een gedekte tafel aan die natuurlijk bijna omkiepert. Ik zie in een flits al het eten op de grond vallen, hoor mensen gillen en de tafel boort zich als in een slow-motion vervolgens in het blad met alle champagneglazen die klinkend op de tegelvloer uit elkaar spatten.
Stel je voor. In een ultieme reflex grijp ik gelukkig de tafel vast en voorkom dat alles op de grond valt. De schaaltjes schuiven wel tien centimeter op maar daar blijft het wel bij. Ik draai mij om naar de lijkbleke uitbater, zeg ‘Bon Appetit!’ en loop snel de deur uit voordat ik nog meer schade aanricht.
Nu ik zo goed ben weggekomen, lijkt een avondje Kuntry-Hip-Hop dans op de muziek van Abba ons ineens een verademing. We zijn ook nog op tijd en Fé is trots om ons te zien. Met rammelende magen zitten we de eindeloze voorstelling uit.